Lees verder
Het stigma op depressie is nog altijd groot en daarom zijn depressiepreventieprogramma’s niet populair. Biedt indirecte preventie uitkomst?
Annemarie Huiberts

Ouderen zijn kwetsbaar voor het ontwikkelen van depressieve klachten en slaapproblemen verdubbelen deze kwetsbaarheid nog eens. Behalve een serieuze risicofactor, komen slaapproblemen ook vaak voor: liefst de helft van de zestigplussers heeft er last van. Amerikaanse wetenschappers onderzochten de mogelijkheid van indirecte preventie: kun je depressies voorkomen door slapeloosheid te behandelen? De onderzoekers voerden een langlopende studie uit onder 300 thuiswonende zestigplussers met slaapklachten. De helft kreeg twee maanden lang cognitieve gedragstherapie voor insomnia (CGT-i), de andere helft kreeg slaap educatie therapie (SET). Na afloop werden de deelnemers drie jaar lang gevolgd. In de CGT-groep had een kwart van de deelnemers een depressie doorgemaakt, in de CGT-i-groep lag dat percentage op de helft. De mensen in de CGT-i-groep bij wie de slaapklachten na drie jaar nog steeds niet terug waren gekeerd, liepen het kleinste risico om een depressie te ontwikkelen: 5%. De deelnemers in de CGT-groep die last waren blijven houden van hun slaapproblemen, liepen het grootste risico: 28%.

Voor het eerst is overtuigend aangetoond dat het mogelijk is nieuwe gevallen van depressie te voorkomen door het verminderen van een risicofactor. Het lijkt de moeite waard deze aanpak uit te breiden naar andere risicofactoren voor depressies, zoals perfectionisme of uitstelgedrag.

Bron: Irwin, M.R. et al. (2021). Prevention of incident and recurrent major depression in older adults with insomnia. A randomized clinical trial. JAMA Psychiatry, 10.1001/jamapsychiatry.2021.342

Beeld: fizkes/shutterstock.com