Begin oktober werd de Meester Kackadorisprijs uitgereikt. Het was even schrikken voor De Verenging voor Gedragstherapie en Cognitieve Therapie (VGCT). De VGCT werd genomineerd omdat ze nog steeds accreditatiepunten toekent voor het bijwonen van Lentiscongressen.
De Kackadorisprijs is in het leven geroepen door de Vereniging tegen de Kwakzalverij voor ‘instellingen, personen of ondernemingen die in belangrijke mate hebben bijgedragen in daad, woord of geschrift van de kwakzalverij in Nederland.’ En op de Lentiscongressen treden sprekers op met uitgesproken kwakzalverideeën, aldus de verening.
Is de VGCT van de nominatie geschrokken? Directeur Hubert van der Kleij vindt het vooral fl auw. ‘Waarom nomineren ze dat congres zelf niet?’ ‘We nomineren geen kwakzalvers,’ aldus oud-voorzitter en jurylid Cees Renckens. ‘We nomineren weldenkende mensen die de kwakzalverij bevorderd hebben en van wie we verwachten dat ze nog te corrigeren zijn.’
Dat corrigeren lijkt bij het VGCT gelukt als we de woorden van Van der Kleij mogen geloven. ‘Onze accreditatieregels zijn redelijk ruimhartig, maar de regels zullen worden aangescherpt.’ Verder vindt hij het een klein ding. ‘Het is er tussendoor geglipt, er is maar één lezing twijfelachtig, de andere bijdragen zijn wel degelijk zinnig,’ stelt hij.
‘Welnee,’ reageert Renckens. ‘Ze hebben een keur aan sprekers en veel workshops die niet serieus te nemen zijn. Tibetaanse lama’s spreken, het gaat over energievelden, therapeutic touch, ik schat dat zo’n tweederde onzinnig is en een derde serieus.’
De VGCT verdedigde zich door te stellen dat hun leden zelf wel kunnen uitmaken wat onzin is en wat niet, maar nascholingscursussen zijn daar niet voor bedoeld, vindt Renckens. ‘Je moet gewoon de standaard wetenschap presenteren.’
Maar de vereniging heeft niet gewonnen. Renckens: ‘Dat is weer te veel eer. Er zijn veel ernstiger problemen waarmee we te maken hebben.’ (GK)