Mijn vakgebied is de neuropsychologie. Toen ik begin jaren tachtig van de vorige eeuw bij Betto Deelman in Groningen studeerde, bestond dit niet als afstudeerrichting. Nergens in Nederland trouwens. Wat we nu neuropsychologie noemen, de studie van (gestoorde) hersen-gedragrelaties, begon in de tweede helft van de negentiende eeuw als een nieuwe telg aan de medische boom. De eerste neurologen in Parijs (Jean-Martin Charcot), London (John Hughlings Jackson) en Berlijn (Heinrich Lissauer) waren vooral geïnteresseerd in stoornissen in het mentale functioneren. Dit was de tijd dat de klassieke syndromen, zoals afasie, agnosie en amnesie, voor het eerst beschreven werden. Over een periode van een eeuw verschoof het zwaartepunt van de neurologie echter naar ziekteprocessen en de behandeling daarvan. Langzaamaan ontstond een nieuwe subdiscipline binnen de psychologie. Deze verschuiving is trouwens niet overal in dezelfde mate zichtbaar. In Italië is ongeveer de helft van de neuropsychologen van huis uit psycholoog en de andere helft neuroloog.
Nu hebben alle universitaire psychologieopleidingen in Nederland een afstudeerrichting neuropsychologie. Met de ontwikkeling van de neuropsychologie als onderzoeksgebied groeide ook de klinische toepassing. Zo is er een BIG-geregistreerde, postdoctorale opleiding tot specialist klinisch neuropsycholoog. Er is een wetenschappelijke vereniging en een beroepsvereniging, en een Nederlands Tijdschrift voor de Neuropsychologie. Hoe het gebied gegroeid is, werd mij onlangs duidelijk bij een vergadering van hoogleraren in de neuropsychologie: we zijn ondertussen met z’n dertigen. Dat lijkt op een stevig verankerde subdiscipline. Het helmgras groeit welig op de duinen van de psychologie.
De storm kwam in de vorm van technologische vooruitgang. Met behulp van nieuwe apparatuur zoals positron emissie tomografie en nucleaire magnetische resonantie bleek het mogelijk de werking van het brein in vivo te registreren. Het neuropsychologisch onderzoek kreeg met deze functionele beeldverwerking een enorme impuls. Met de introductie van deze technologie kwamen ook nieuwe collega’s. Sommigen hadden een achtergrond in de biologie, anderen in de fysica. Eens te meer was het gebied veranderd van signatuur.
Net als alle andere wetenschappelijke disciplines is de psychologie continu onderhevig aan verandering. We worden beïnvloed door aanpalende disciplines, gevoed door nieuwe inzichten, naar voren geworpen door nieuwe technologieën. Het benadrukken van de uniciteit van de psychologie is mij daarom te statisch. Het vakgebied is nu immers ook niet meer hetzelfde als in de tijd van Duijker
Edward de Haan
Over de auteur
Edward de Haan
Edward de Haan is hoogleraar Neuropsychologie aan de Universiteit van Amsterdam.
Gerelateerde berichten
Jan Auke Walburg
De vlag van de positieve psychologie01 / 07 / 2016
Op vlaggetjesdag 1959 schreef Duijker zijn artikel over de nomenclatuur van de psychologie, op vlaggetjesdag 2016…
Karel Soudijn
Eigenwijze psychologie02 / 12 / 2016
In 1959 maakte prof. dr. H.C.J. Duijker zich zorgen. Met nadruk stelde hij: ‘Of er is…
Forensische psychologie, een vak apart?
03 / 06 / 2016
Is de forensische psychologie een vak apart? Duijker bestrijdt het benoemen van zoiets als de ‘forensische…
Opmerkingen
0
Log in om te reageren op dit artikel.