Lees verder
Duijker’s collega Adriaan de Groot, die andere oervader van de psychologie uit Amsterdam, trok zich graag terug op Schiermonnikoog. Daar woonde hij sinds 1972 in de Dorpsstraat, pal naast het fameuze Hotel van de Werff. Hij voelde zich kennelijk thuis in het constant veranderende landschap van de Waddenzee, bij vloed een klein eiland maar bij eb kan je bijna naar het vasteland lopen. Over maanden en jaren kalven delen van het eiland af, terwijl aan de andere kant het eiland verder aangroeit. Soms wordt geprobeerd met helmgras een stuk van het eiland te beschermen tegen de elementen. Maar als het echt stormt, is dat heilloos. En het wil nog weleens stormen op de Waddenzee. Een mooie metafoor voor de psychologie, lijkt me.
Edward de Haan

Mijn vakgebied is de neuropsychologie. Toen ik begin jaren tachtig van de vorige eeuw bij Betto Deelman in Groningen studeerde, bestond dit niet als afstudeerrichting. Nergens in Nederland trouwens. Wat we nu neuropsychologie noemen, de studie van (gestoorde) hersen-gedragrelaties, begon in de tweede helft van de negentiende eeuw als een nieuwe telg aan de medische boom. De eerste neurologen in Parijs (Jean-Martin Charcot), London (John Hughlings Jackson) en Berlijn (Heinrich Lissauer) waren vooral geïnteresseerd in stoornissen in het mentale functioneren. Dit was de tijd dat de klassieke syndromen, zoals afasie, agnosie en amnesie, voor het eerst beschreven werden. Over een periode van een eeuw verschoof het zwaartepunt van de neurologie echter naar ziekte­processen en de behandeling daarvan. Langzaamaan ontstond een nieuwe subdiscipline binnen de psychologie. Deze verschuiving is trouwens niet overal in dezelfde mate zichtbaar. In Italië is ongeveer de helft van de neuropsychologen van huis uit psycholoog en de andere helft neuroloog.
Nu hebben alle universitaire psychologieopleidingen in Nederland een afstudeerrichting neuropsychologie. Met de ontwikkeling van de neuropsychologie als onderzoeksgebied groeide ook de klinische toepassing. Zo is er een BIG-geregistreerde, postdoctorale opleiding tot specialist klinisch neuropsycholoog. Er is een wetenschappelijke vereniging en een beroepsvereniging, en een Nederlands Tijdschrift voor de Neuropsychologie. Hoe het gebied  gegroeid is, werd mij onlangs duidelijk bij een vergadering van hoogleraren in de neuropsychologie: we zijn ondertussen met z’n dertigen. Dat lijkt op een stevig verankerde subdiscipline. Het helmgras groeit welig op de duinen van de psychologie.
De storm kwam in de vorm van technologische vooruitgang. Met behulp van nieuwe apparatuur zoals positron emissie tomografie en nucleaire magnetische resonantie bleek het mogelijk de werking van het brein in vivo te registreren. Het neuropsychologisch onderzoek kreeg met deze functionele beeldverwerking een enorme impuls. Met de introductie van deze technologie kwamen ook nieuwe collega’s. Sommigen hadden een achtergrond in de biologie, anderen in de fysica. Eens te meer was het gebied veranderd van signatuur.
Net als alle andere wetenschappelijke disciplines is de psychologie continu onderhevig aan verandering. We worden beïnvloed door aanpalende disciplines, gevoed door nieuwe inzichten, naar voren geworpen door nieuwe technologieën. Het benadrukken van de uniciteit van de psychologie is mij daarom te statisch. Het vakgebied is nu immers ook niet meer hetzelfde als in de tijd van Duijker