Jefrrey Arnett heeft bovendien laten zien dat veel toptijdschriften in de psychologie leunen op een overmatig groot aandeel van westerse en hoog opgeleide onderzoeksdeelnemers. Heel vaak betreft dit universiteitsstudenten uit de Verenigde Staten. Nu zijn studenten ook mensen en moeten we zeker serieus nemen hoe zij reageren, bijvoorbeeld in experimenteel onderzoek. Bovendien kunnen experimenten slechts aantonen dat bepaalde effecten op kunnen treden en is veelal ander onderzoek, met andere onderzoeksmethoden, nodig om uit te zoeken hoe vaak die effecten kunnen optreden.
Dit gezegd hebbende, we lopen het risico dat we met oogkleppen op naar de wereld kijken, want onvoldoende doorhebben hoe beperkt de empirische basis van sommige van onze kennis is. Dit geldt overigens niet alleen voor de psychologie, maar ook voor de rechtswetenschap. Ik werk in beide vakgebieden en onlangs voerden we een aantal veldstudies1 uit naar onze mogelijke oogkleppen. We waren in het onderzoek geïnteresseerd in het vertrouwen dat mensen hebben in rechters in Nederland. Hiertoe vroegen we personen die boodschappen aan het doen waren in winkelcentra in Utrecht of Leiden, of die in de stationshal liepen van Utrecht of Leiden Centraal, of zij mee wilden doen aan onderzoek. Wanneer mensen instemden, kregen ze een envelop met daarin een vragenlijst over vertrouwen in Nederlandse rechters. Zij vulden deze vragenlijst in hun eentje in, de onderzoeker hield daarbij een aantal meter afstand.
We varieerden of het onderzoek werd gedaan door het departement Rechtsgeleerdheid of Psychologie van de Universiteit Utrecht of Leiden of dat het werd verricht door het ROC uit die steden. Wat bleek? Wanneer het onderzoek door de universiteit werd gedaan, gaven hoog opgeleide en laag of praktisch opgeleide mensen aan dat zij veel vertrouwen hadden in Nederlandse rechters. Dit komt overeen met wat vaker wordt gevonden in vertrouwensonderzoek (en waar de Raad voor de Rechtspraak dan gewoonlijk enthousiast over bericht).
Maar wanneer het onderzoek door het ROC werd uitgevoerd gaven mensen met een lage of praktische opleiding in de vragenlijst aan veel minder vertrouwen te hebben in Nederlandse rechters. Misschien nog interessanter, ze gaven de vragenlijst dan ook terug aan de onderzoeker met mededelingen zoals ‘Die rechters weten niet wat voor leven jij en ik leven’. Dat soort zaken hoorden we nooit wanneer het onderzoek werd uitgevoerd door de universiteit.
Het is, denk ik, belangrijk om als onderzoekers in de haarvaten van de samenleving te zitten, en aldaar proberen te achterhalen en te duiden wat er speelt bij verschillende groepen. Onze eigen groep van psychologen is heel erg gaaf, en soms ook een beetje raar, of in ieder geval anders. En mensen laten dat niet altijd aan ons blijken.
Bronnen
Foto: Stijn Rademaker