Lees verder
In het decembernummer van dit tijdschrift besteden de drie redacteuren uitvoerig aandacht aan beweringen over een controversiële vorm van psychotherapie: Past Reality Integration (PRI). Een deel van de beschouwingen gaat over een ongepubliceerd en kennelijk nog geheim onderzoek naar de effectiviteit van PRI bij patiënten met anorexia nervosa. Eerst wordt een PRI-therapeut geciteerd die meldt dat ‘alle 60’ patiënten ‘een gezond gewicht hebben gekregen en (…) hun leven weer hebben teruggekregen’. Verderop meldt een andere PRI-therapeut over hetzelfde project, dat van de 72 patiënten ‘er 62, na gemiddeld dertien maanden, in herstel’ zijn. Met andere woorden: bij 10 van de 72 heeft de behandeling geen gunstig effect gehad.
Karel Soudijn

In het artikel geeft de redactie als algemene informatie dat anorexia nervosa van alle psychiatrische ziekten de meest dodelijke is: ‘5 tot 10% van de patiënten overlijdt aan de gevolgen van deze ziekte’.  Wat betekent dit allemaal? Volgens mij valt op basis van de genoemde cijfers niet vol te houden dat PRI een ‘levens­reddende’ behandeling bij anorexia nervosa is, want in de groep van 72 behandelde patiënten verkeert kennelijk 14 procent duidelijk in de gevarenzone.

Het artikel uit het decembernummer draait om claims van deelnemers aan een discussie op LinkedIn: PRI zou ‘levensreddend’ zijn, of ‘mogelijk levensreddend’. Hier begeven wij ons op het gebied van de reclame, want de gebruikte terminologie is vaag en dubbelzinnig. Er lijkt te worden beweerd dat PRI het eerder genoemde percentage (5 tot 10%) altijd tot nul reduceert, maar het begrip ‘levensreddend’ kan ook betekenen dat er ooit één therapeut is geweest die van één patiënt het leven heeft gered. Naar het bredere publiek toe is deze vorm van reclame daarom misleidend.

Als er binnen het NIP psychologen zijn die hun werk blijven afficheren als ‘levensreddend’, dan lijkt het mij zinvol dat het Algemeen Bestuur van de vereniging gebruikmaakt van artikel 1.1.2 uit het Reglement voor het Toezicht. Misschien hebt u dit reglement niet direct bij de hand; daarom hier een korte toelichting. Klachten over leden van het nip worden ingediend bij het College van Toezicht. Na een uitspraak van deze instantie kunnen klagers en verweerders in beroep gaan bij het College van Beroep. Het Algemeen Bestuur kan echter meteen bij het College van Beroep een beslissing uitlokken over een probleemstelling die in het belang van de beroepsethiek voor psychologen is. Die uitspraak is dan bindend voor alle NIP-leden.

Misschien is ‘levensreddend’ slechts woordenspel om op LinkedIn de debatten wat leesbaarder te maken. Dan hoeft het bestuur niet in actie te komen. Maar wat als de terminologie serieus is bedoeld en ook verder naar buiten wordt gebracht? Dan ben ik benieuwd of het bestuur een vraag aan het College van Beroep durft te stellen. Die vraag zal dan moeten gaan over de mate van  dubbelzinnigheid die bij het aanprijzen van eigen werk toelaatbaar is.