Ruim de helft van de mensen die voor een angststoornis worden behandeld krijgt (ook) antidepressiva. Onduidelijk is hoe lang zij deze medicijnen moeten slikken. Aanbevelingen variëren van zes tot 24 maanden. Het gros van de patiënten zit bovendien langer dan twee jaar aan de pillen. De vraag dringt zich daarom op wanneer patiënten met een angststoornis hun antidepressiva veilig kunnen afbouwen.
Om hierop antwoord te krijgen voerde een groep Nederlandse onderzoekers een meta-analyse uit van 28 onderzoeken. Daarin was gemeten hoe patiënten met een angststoornis, OCD of PTCD eraan toe waren maximaal een jaar na het staken van de antidepressiva. De resultaten logen er niet om. Degenen die met hun medicijnen waren gestopt hadden een grotere kans binnen een jaar weer last te krijgen van hun angststoornis dan degenen die braaf hun pillen bleven slikken. Type angststoornis, soort antidepressivum, wijze waarop de medicatie werd afgebouwd, duur van de eerdere behandeling, duur van de follow-up, het al dan niet volgen van psychotherapie en aanwezigheid van co-morbiditeit deden er niet toe.
De auteurs concluderen dat lange termijn overwegingen de inzet van antidepressiva bij angststoornissen moeten bepalen. Want niet alleen de kans op terugval is van belang: bijwerkingen van de medicatie en de voorkeur van de patiënt zijn dat ook. (ID)
Bron: Batelaan, N.M. et al. (2017). Risk of relapse after antidepressant discontinuation in anxiety disorders, obsessive-compulsive disorder, and post-traumatic stress disorder: systematic review and meta-analysis of relapse prevention trials. British Medical Journal, 358. doi:10.1136/bmj.j3927