Lees verder
Op elkaar gepakt als sardines in een blikje rijden we achterin het busje van Accra naar Cape Coast. De taxichauffeur vond dit kennelijk geschikter voor ons dan een luxe airconditioned bus. In Ghana gaat het niet altijd volgens plan. Als westerlingen ook nog kapsones hebben, kan de lokale economie niet draaien.
Polli Hagenaars

Terwijl we Cape Coast naderen, verschijnt in mijn ooghoeken een robuust fort. Met grote letters staat daar fort amsterdam. De eigenaren waren Portugezen, Engelsen en uiteindelijk Hollanders. We rijden door een schuldig landschap.1 Aan deze kust werden mensen slaaf gemaakt en vervoerd naar Midden-Amerika, de Cariben, Brazilië en, in kleinere aantallen, naar Europa. Bij een rondleiding op Fort Elmina langs de gate of no return dringt het besef tot me door dat deze werkelijkheid onderdeel is van míjn historische identiteit.

We bezoeken twee andere historische plaatsen. Fort Shama, waarnaast het graf ligt van Anton Wilhelm Amo, een van de kind-Afrikanen die in de achttiende eeuw zijn meegenomen om dienst te doen aan een Europees hof. En het Java-museum, ter herinnering aan de ruim drieduizend Afrikanen die in de negentiende eeuw voor het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (knil) gerekruteerd werden.

Terug in Accra worden we met open armen ontvangen door de collega’s van de psychologiefaculteit op de campus zo groot als de gemeente Utrecht. Een van de doelen van onze reis, de trans-Atlantische slavenhandel, vinden de collega’s nauwelijks een onderwerp van gesprek. Het andere doel, onze zoektocht naar Anton Wilhelm Amo, wel. Hij wordt beschouwd als een ‘zoon van Ghana’ en als de eerste wetenschappelijke psycholoog vanwege zijn dissertatie over de menselijke geest (1734, Wittenberg). Hun prioriteit ligt bij de vraag hoe psychologie universeel kan worden toegepast om de noden van het Ghanese volk dienen. Hoe kan de reguliere ggz – online – de traditionele gebedsbijeenkomsten ondersteunen? Het begrip collectivisme-individualisme uit de crossculturele psychologie krijgt een behoorlijk kritische noot: ‘romantisch collectivisme’, ofwel voor iedereen is ‘het hemd nader dan de rok’. In een land met meer dan zeventig talen en een enorme diversiteit aan bevolkingsgroepen is er sprake van super-ruraal collectivisme. Multiculturele samenleving? Waar heb je het over, is monocultureel dan de norm? De directe behoeftes van de collega’s bestaan onder andere uit het betaalbaar verkrijgen van psychologieboeken van Afrikaanse auteurs, die zijn immens duur en ingewikkeld om te bestellen.

Ik krijg een spiegel voorgehouden: institutioneel racisme bestaat ook op grote schaal. We noemen het dan neokolonialisme maar dat komt op hetzelfde neer. Hebben we ooit in Nederland de behoeftes aan psychologische dienstverlening geïnventariseerd op een andere wijze dan de zorgverzekeraars dit doen? Hoe zorgen we voor een meer systemische benadering, inclusief de historische en sociaal-economische context?

De gedachte die me bezighoudt is hoe we we de banden met collega’s en associaties in Afrika en de Cariben kunnen versterken. Het zou mooi zijn als we in navolging van ‘stedenbanden’ ‘vriendschapsbanden aangaan met de Ghana Psychological Association en met de Surinaamse Vereniging van Psychologen en Orthopedagogen. Nu we in ’23-‘24 herdenken dat 150 jaar geleden de trans-Atlantische slavernij is afgeschaft, zou wellicht het nip het initiatief kunnen nemen.

Bronnen

  1. Armando (1973). Dagboek van een dader. Tango