Gerard Leckie was een van de vijftien slachtoffers van de achtdecembermoorden waarvoor Desi Bouterse en vier mededaders in december 2023 in hoger beroep werden veroordeeld. Leckie zou in 2023 tachtig jaar geworden zijn. In Suriname had hij de opleiding tot onderwijzer gevolgd. Nadat hij daar vijf jaar als onderwijzer had gewerkt, startte hij in 1968 met de opleiding psychologie aan de Universiteit van Nijmegen. In 1973 studeerde hij af met als hoofdrichting ontwikkelingspsychologie. Meteen daarna startte hij met zijn dissertatieonderzoek, dat gesubsidieerd werd door de Stichting voor Onderzoek van het Onderwijs (svo). Hij promoveerde op 26 juni 1975.
Leckie was een uitstekend student. Hij rondde zijn studie psychologie af in de destijds korte tijd van vijf jaar en zijn daaropvolgende dissertatieonderzoek in nog eens twee jaar. Tegenwoordig staat voor een dissertatie vier à vijf jaar! Hij volgde een strak schema, want hij wilde per se vóór de soevereiniteitsoverdracht van Suriname op 25 november 1975 terug zijn. Dan zouden hij, zijn vrouw en hun beide dochters automatisch de Surinaamse nationaliteit verwerven.
Zijn dissertatie – Ontwikkeling van sociale cognitie. Een ontwikkelingsmodel voor rolnemingsvaardigheid bij kinderen – heb ik nog eens herlezen. Rolneming defi nieert Leckie, in navolging van Flavell, ‘als een cognitief en sociaal proces waarbij de rolattributen van een ander in een gegeven situatie worden afgeleid en verdisconteerd in het eigen gedrag (p. 27)’. Wat meteen opvalt, is de grondigheid en de omvang van het onderzoek. De dissertatie is een Nederlandstalige monografi e. In een inleiding van vijf pagina’s plaatst Leckie zijn onderzoek in de psychologie. Dan volgt een grondige analyse van de theoretische achtergronden van rolnemingsvaardigheid vanuit de cognitieve ontwikkelingstheorie (G.H. Mead, Piaget, Flavell) en de (cognitieve) sociale leertheorie (Bandura, Mischel) en van het psychometrisch onderzoek naar rolnemingsvaardigheid en daarbij aansluitend sociaal gedrag (Campbell & Fiske).
Het onderzoek zelf werd met een interval van ongeveer zes maanden tweemaal uitgevoerd bij 269 leerlingen van 16 basisschoolklassen in Nijmegen. De deelnemers varieerden in leeftijd tussen drie en elf jaar. Dit longitudinale project moet een enorme klus geweest zijn. Leckie concludeert: ‘De … resultaten… [zijn] … een belangrijke uitbreiding van het onderzoek naar de ontwikkeling van rolnemingsvaardigheden … en bieden … een bruikbaar model voor het opzetten van een systematische benadering van de sociaal-emotionele ontwikkeling op basis van rolnemingsvaardigheden in het onderwijs (p. 165).’
Het is navrant dat zijn onderzoek juist ging over de ontwikkeling van sociale cognitie en rolnemingsvaardigheid, een vaardigheid die de militaire machthebbers bij de achtdecembermoorden hebben misbruikt om een brede, representatieve vertegenwoordiging van de Surinaamse samenleving uit de weg te ruimen. Na zijn terugkeer heeft Leckie zich ingezet voor de uitbouw van de in 1968 opgerichte Surinaamse universiteit, de latere Anton de Kom Universiteit van Suriname. Bij de moord op 8 december 1982 was hij decaan van de Sociale en Economische Faculteit. Hoe zou het met Suriname gegaan zijn als die vijftien bevlogen Surinamers niet vermoord zouden zijn, maar de kans hadden gekregen mee te werken aan de ontwikkeling van de jonge natie?