Lees verder
De recente opmars van het coronavirus brengt veel onzekerheid met zich mee.
Eric-Jan Wagenmakers

Allereerst is er de onzekerheid over de mate waarin Nederland hetzelfde doemscenario te wachten staat als China, Italië en Iran. Wellicht ontspringen we de dans! De ggd-directeur gaf op 14 maart nog aan dat Nederland niet vergelijkbaar is met Italië, want daar houden ze zich minder goed aan hygiënemaatregelen. Vrij vertaald: Italianen zijn eigengereide viespeuken, en dan gaat zo’n coronavirus als een vuurtje in het rond. Ik weet niet op welk onderzoek deze bewering is gestoeld, maar ik ben er niet gerust op dat de Hollandse hygiëne en onze vermaarde volgzaamheid hier het tij gaan keren.

Vervolgens is er de onzekerheid over de juiste aanpak. Laissez-faire, lockdown, massaal testen, of nastreven van groepsimmuniteit? De bevolking wordt op het hart gedrukt te vertrouwen op de experts: epidemiologen, het rivm, artsen. En dat is in principe natuurlijk verstandig: een videoboodschap van Anja uit Italië die beweert dat vitamine C een probaat medicijn is, daaraan hebben we niet zoveel. Maar de experts hebben een probleem: ze spreken elkaar tegen, en soms ook zichzelf. Op 17 maart valt op de site van het rivm te lezen: ‘Een volledig verbod om de straat op te gaan, heeft geen meerwaarde.’ Daar denken de experts in China, Italië en Spanje toch anders over. Eerder al vonden de Nederlandse experts dat sluiten van scholen geen meerwaarde had – om het vervolgens een paar dagen later tóch te doen. Cicero trok 2065 jaar geleden al de onvermijdelijke conclusie: ‘Zo’n grote verscheidenheid van meningen onder experts, over een zaak van het allerhoogste belang, moet zelfs hen die het zeker denken te weten met twijfel vervullen.’ Maar twijfel is de vader van de angst, en de grootvader van de paniek  – misschien is het daarom dat de experts het voor doen komen alsof de gekozen benadering stellig de enige juiste is.

Dit pandemonium van experts is gerelateerd aan een trend binnen de psychologische wetenschap, namelijk de ‘vele-analysten’-aanpak. Een recent artikel, Variability in the analysis of a single neuroimaging dataset by many teams1, liet zeventig teams van neurowetenschappers precies dezelfde dataset analyseren, met als doel een uitspraak te doen over negen hypotheses. Voor vijf hypotheses was er behoorlijke onenigheid: tussen de 15 en 26 teams vonden statistische ondersteuning voor deze hypotheses, de andere teams vonden die niet. Zijn de experts eigenlijk geen experts, of wordt er maar wat aangemodderd? Nee. Het probleem is eenvoudigweg moeilijk, met veel verborgen onzekerheid – onzekerheid die je alleen kunt ontdekken als je meerdere experts om hun mening vraagt.

Hoe kan men het vertrouwen in de Nederlandse coronaexperts herwinnen? Ik weet het ook niet, maar wat ik graag zou zien is volledige transparantie en georganiseerde zelfkritiek. De bredere les die hieruit getrokken kan worden is dat, ook voor andere problemen die uitsluitend in Nederland spelen, het van belang is om meerdere experts een onafhankelijk oordeel te laten vellen; het oordeel van een enkele expert is wellicht enkel het topje van een hele ijsberg van onzekerheid.

  1. Botvinik-Nezer, R. et al. (2019). Variability in the analysis of a single neuroimaging dataset by many teams. bioRxiv. https://biblio.ugent.be/publication/8641719   

 

Beeld: Peter Valckx