Lees verder
‘Het voelde heel sereen, kalm en rustig. Het was of ik als een toeschouwer toekeek hoe het leven langzaam uit mijn lichaam wegtrok.’
Harold Bekkering

Met tranen in mijn ogen kijk ik Sam aan tijdens ons werkoverleg. ‘Potdomme kerel, wat heftig.’

Sam is een 27-jarige student in onze groep; echt zo eentje van wie je er wel tien zou willen hebben. Geïnteresseerd, grappig en boordevol goede, originele onderzoekideeën. Sam, dat wist ik, heeft hartproblemen, maar nu heeft hij in korte tijd tweemaal een hartstilstand gehad. Als zijn hartslag te hoog wordt, kan zijn hart er zomaar mee ophouden. Hij vertelt dat hij een heuveltje opfietste, tegen de grond klapte en vervolgens weer wakker werd doordat zijn geïmplanteerde defibrillator zijn hart weer aan de praat kreeg. Sam weet nu dus dat zijn hart er elk moment mee kan ophouden en dat hij zijn hartslag onder de 135 beats per minuut moet houden.

Ik probeer hem moed in te spreken en spoor hem aan het er niet bij te laten zitten, ‘Kom op kerel, dit kan en mag gewoon geen feit zijn. Door te trainen krijg je je hart vast weer sterker.’

Sam knikt. ‘Ik moet wel Harold, zo is het ook geen leven.’

Ik wil hem knuffelen, zeggen dat ik er alles voor over zou hebben om hem in leven te houden, opeens stroom ik over van liefde voor deze jongen. Sinds de dood van mijn vader overkomt me dit regelmatig. Alsof zijn dood me er op gewezen heeft dat je het leven moet koesteren.

Nu wil ik het leven van Sam koesteren. Zoveel talent, zoveel warmte, dit mag niet ophouden. Terwijl ik dit opschrijf, bedenk ik me dat het maar goed is dat ik hem niet echt geknuffeld heb. Shit, hij had van schrik wel een hartstilstand kunnen krijgen. Krantenkop: ‘Student overlijdt na lichamelijke contact professor.’

We praten over hoe hij nu verder wil gaan en Sam vertelt over zijn tweede hartstilstand. ‘Ik was een superslechte podcast aan het luisteren, toen viel ik om en werd wakker op de grond in een plas water. Wat een manier om aan mijn einde te komen. Zit ik nondedju mijn slechtste podcast ooit te luisteren terwijl ik juist altijd mijn best doe om mooie boeken te vinden.’

Hij zegt het met een brede lach en ik lach met hem mee. Gelukkig, Sam heeft zijn gevoel voor humor behouden. Ik vraag hem nog eens over zijn bijna-doodervaringen. Klotewetenschapper, denk ik meteen. Dit vraag je niet voor zijn bestwil, maar omdat je wilt weten hoe het bewustzijn werkt. Hij blijft er ongelooflijk rustig onder.

‘Ja, het was echt een fijne ervaring. Ik kan me voorstellen dat niet iedere dood zo sereen is, maar bij mij wel.’

‘Jouw tijd is nog lang niet gekomen, Sam. Man, wat fijn dat je weer bij ons bent. En nu aan het werk!’ zeg ik, terwijl ik hem diep in zijn mooie, levenslustige ogen kijk.

Koester het leven, Sam. En jij ook Harold, denk ik.